Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En als zij riepen, en de [22]klederen van zich smeten, en [23]stof in de lucht wierpen, 22. Of, mantels, opperklederen. 23. Namelijk uit onstuimigheid als razende mensen. Anderen menen, dat zij zulks deden om te tonen dat hij naar hunne wet als een lasteraar behoorde gestenigd te worden; waartoe het afwerpen van de klederen diende, hfdst.7 vs.58, en het werpen van stof inplaats van stenen, die zij daar niet hadden.